Een persoonlijke kijk op vernieuwing

Vernieuwing

Leonardo Da Vinci

Leonardo da Vinci stond bekend als een Uomo Universale, een breed ontwikkeld persoon met veel uiteenlopende interesses en specialiteiten. Zijn brede ontwikkeling op het gebied van wetenschap, schilderkunst en architectuur zorgde ervoor dat hij grensoverschrijdend te werk kon gaan en inzichten uit verschillende disciplines met elkaar kon combineren om revolutionaire creaties te maken.

De instelling van da Vinci is een perfect voorbeeld voor mijn visie op vernieuwing. Personen en organisaties moeten zich breed ontwikkelen om inzichten uit verschillende disciplines met elkaar te kunnen combineren. Zo komt waardevolle vernieuwing tot stand.

Het verschil tussen verbeteren en vernieuwen

Eerst nog maar even uitzoomen, wat is vernieuwing nou precies, en hoe verschilt het van verbetering? Bij verbeteren ontwikkel je een product of dienst stapje voor stapje om het beter aan te laten sluiten bij de wensen van de klant. Dit heet ook wel incrementele innovatie en hierbij blijf je in hetzelfde denkbeeld.

Vernieuwing is ingewikkelder. Hierbij pak je een probleem aan waar nog geen oplossing voor is. Soms kan het zo zijn dat een nieuwe wetenschappelijke ontdekking of technologie de oplossing vormt voor je probleem, maar dit is niet de enige bron van vernieuwing. Vernieuwing kan ook plaatsvinden door verschillende subonderdelen op de juiste manier aan elkaar te koppelen om een nieuwe oplossing te bouwen. Het lijkt hierbij op het leggen van een puzzel, waarbij de puzzelstukken de subonderdelen van de oplossing vormen. Uiteindelijk bouw je een overtuigend verhaal dat het fundament vormt van de oplossing.

Scheiding winkel en werkplaats

Voor deze vorm van vernieuwing moeten veel verschillende aspecten met elkaar gecombineerd worden om tot een succesvolle oplossing te komen. Allereerst moet de structuur van de organisatie kloppen. Ik noem dit ‘het scheiden van winkel en werkplaats’. De winkel houdt het bedrijf draaiende door de producten en diensten uit de werkplaats te verkopen. In de winkel draait het om exploiteren, focus op korte termijn, vergroten van de efficiëntie en de klanttevredenheid verhogen. Dit is een fundamenteel andere omgeving dan de werkplaats, waar wordt gewerkt aan de producten en diensten voor de toekomst. In de werkplaats gaat het om exploreren, verkennen, vernieuwen. Nieuwe dingen proberen die de winkel uiteindelijk weer kan verkopen.

In de winkel heerst een compleet andere sfeer en gang van zaken dan in de werkplaats. Je kunt deze twee daarom niet samenvoegen of mixen. Toch heb je ze allebei nodig voor succes op de lange termijn. Zonder winkel, kun je niks met je vernieuwingen. Maar zonder werkplaats, droogt de winkel uiteindelijk op. De enige oplossing is om winkel en werkplaats te scheiden en met het juiste evenwicht beiden te verbinden (Boek Loonshots van Safi Bahcall gaat over deze scheiding en het vormen van het juiste evenwicht tussen winkel en werkplaats, al noemen ze het anders in het boek).

Als we inzoomen op de werkplaats, de omgeving waar vernieuwing plaatsvindt, kunnen we verschillende dingen doen om het innovatievermogen te vergroten. Allereest is de verbinding met je omgeving essentieel (dit komt terug in het boek van Arie de Geus, De levende onderneming). De werkplaats moet allereerst opzoek naar de losse subonderdelen van de oplossing, de puzzelstukjes/bouwstenen van het verhaal. Hiervoor moet je een soort antenne ontwikkelen die gevoelig is voor de kleine subonderdelen van een oplossing en ze op kan sporen uit haar omgeving. De juiste bronnen, boeken, kranten, informatie of personen zijn hiervoor essentieel. 

Het leggen van de puzzel - design thinking

Als de juiste puzzelstukjes zijn gevonden, begint het leggen van de puzzel. Hiervoor zijn weer nieuwe vaardigheden nodig. Met name de vaardigheid van Design Thinking. Dit is een klantgerichte denkmethode die ontwerpers en architecten gebruiken om nieuwe producten of diensten te bouwen. Sinds kort wordt design thinking ook herkend als een methode die in het bedrijfsleven kan worden gebruikt om tot nieuwe creatieve oplossingen te komen. Design Thinking is een cyclus die bestaat uit vijf stappen die je kunnen helpen om de losse onderdelen van de oplossing op de juiste manier met elkaar te koppelen (de vijf stappen: 1) Herkennen van het probleem, 2) Inleven in het probleem, 3) Brainstormen voor oplossingen, 4) Prototypes bouwen en testen, 5) Leren van je fouten en weer vooraf aan beginnen). 

De allesbepalende omgeving

Vernieuwing ontstaat niet in een vacuüm. De omgeving waarin vernieuwing plaatsvindt is bepalend voor de uitwerking. De juiste randvoorwaarden in de omgeving kunnen vernieuwing versterken, terwijl de verkeerde omgeving vernieuwing kan belemmeren. Een voorbeeld van een randvoorwaarde die vernieuwing kan versterken is een groot leervermogen. Als individuen en de organisatie als geheel instaat zijn om snel nieuwe kennis en informatie te leren, vergroot je het innovatievermogen. Ook continu vooruitkijken en vervolgens terugredeneren is belangrijk. Verlies nooit het einddoel uit ogen, weet waar je naartoe gaat en hoe je daar moet komen. Met behulp van scenarioplanning voorkom je dat je onderweg onverwachte problemen tegenkomt die het project kunnen laten ontsporen.